Volgens Oxfam Novib betreft het de 'grootste gedwongen ontheemding van Palestijnse burgers op de Westelijke Jordaanoever sinds het begin van de Israëlische bezetting in 1967'. Ruim 40.000 Palestijnen zijn de afgelopen weken hun huizen uitgejaagd door het toenemende geweld.
Het offensief van Israël lijkt gericht te zijn op het noorden van de Westelijke Jordaanoever. Jenin werd in januari getroffen, gevolgd door vluchtelingenkampen Tulkarem, Nur Shams en El Far'a.
Israël heeft meer dan achthonderd militaire controleposten, blokkades en uitkijkposten in het gebied, wat heeft geleid tot 'ongekende bewegingsbeperkingen'. Hulporganisaties ervaren aanzienlijke moeilijkheden in het verlenen van hulp door deze beperkingen.
De druk op hulporganisaties in de regio neemt toe door het aanhoudende geweld en de groeiende nood aan hulp. De hulpverlening is echter beperkt en er moet worden gekozen wie hulp ontvangt en wie niet.
De intensiteit van het conflict op de Westelijke Jordaanoever is snel toegenomen volgens vredesorganisatie PAX. Israël heeft aangegeven langdurig aanwezig te blijven in de vluchtelingenkampen, waardoor terugkeer van mensen onwaarschijnlijk is.
De situatie op de Westelijke Jordaanoever vereist dringend grootschalige noodhulp en medische zorg. Het aantal mensen dat assistentie behoeft, stijgt snel en er is bezorgdheid over de opvangcapaciteit voor ontheemde Palestijnen.