Het aantal meeuwen in stedelijk gebied blijft toenemen. Volgens recente tellingen leeft inmiddels zo'n 10 procent van de zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen op daken van huizen en bedrijven. Wegjagen heeft geen zin, dus moeten horeca en burgers acclimatiseren.
De broedparen van zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen worden bedreigd door verschillende factoren, zoals de oprukkende vos en veranderingen in hun leefomgeving door bouwactiviteiten. Daarnaast is er een afname in het voedselaanbod aan de kust, wat de vogels naar stedelijke gebieden drijft.
In steden zoals Den Haag, IJmuiden, en Alkmaar zijn aanzienlijke aantallen meeuwenparen geteld. De trend van meeuwen die naar steden trekken is duidelijk waarneembaar, ondanks de uitdagingen bij het tellen van deze vogels in stedelijke omgevingen.
Elke gemeente ontwikkelt haar eigen meeuwenbeleid, maar het bedreigen van het broedproces van de dieren blijft illegaal. Gemeenten sporen burgers en bedrijven aan om op een verantwoorde manier om te gaan met meeuwen. Maatregelen zoals het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers en 'meeuwbestendige' vuilniszakken dragen bij aan het verminderen van overlast.
Ecoloog André de Baerdemaeker adviseert horeca en bewoners om creatieve oplossingen te zoeken, zoals het blokkeren van aanvliegroutes van meeuwen. Het belangrijkste is om te begrijpen dat de meeuwen ook een plek in de stad hebben. In Rotterdam wordt er steeds meer de dialoog aangegaan met burgers om overlast te verminderen en begrip te creëren voor de situatie van de meeuwen.