De woningmarkt in Amersfoort staat onder toenemende druk, met veel woningzoekenden die al jaren op een wachtlijst staan of geen betaalbare woningen kunnen vinden. Lokale politici zijn verdeeld over de aanpak van de woningnood, wat dinsdag duidelijk werd tijdens een vergadering.
In 2019 presenteerde de Amersfoortse politiek ambitieuze plannen om het tekort aan woningen aan te pakken. Het ‘Deltaplan Wonen’ moest jaarlijks 1000 nieuwe huizen in alle prijsklassen toevoegen, maar zes jaar later is er nog steeds behoefte aan meer actie. Het gemeentebestuur pleit nu voor een opvolger van dit plan, met een focus op het bouwen van betaalbare woningen voor middeninkomens.
De voorgestelde aanpak krijgt echter wisselende reacties van de lokale politiek. Wethouder Jeroen Bulthuis (GroenLinks) streeft ernaar om 40% van de nieuwe huizen als ‘middelduur’ te bestempelen, wat meer mogelijkheden biedt om af te wijken van de eis voor sociale huurwoningen bij nieuwbouwprojecten. Liberale partijen steunen dit idee, terwijl de SP en GroenLinks kritisch zijn. SP-voorman Hugo Kruyt uit zijn diepe teleurstelling en noemt de aanpak een ‘knetterrechts verhaal’.
Het debat over de aanpak van de woningnood in Amersfoort zorgt voor verdeeldheid en reflectie binnen de politieke arena. Terwijl sommigen pleiten voor meer focus op middeldure huizen, stellen anderen dat de verkoop van sociale huurwoningen de stad minder aantrekkelijk maakt voor mensen met lagere inkomens. Wethouder Bulthuis benadrukt de noodzaak van realisme en keuzes in het beleid om de balans tussen betaalbare en sociale woningen te handhaven.