In het jaar 2023 steeg de voorraad koopwoningen aanzienlijk sneller dan het aantal huurwoningen. Dit kwam voornamelijk doordat verhuurders hun woningen vaker op de koopmarkt plaatsten dan andersom. Deze verschuiving was te wijten aan anticipatie op strengere wetgeving.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakt onderscheid tussen koopwoningen, woningen van private verhuurders, en corporatiewoningen. In alle categorieën nam het aantal huizen vorig jaar toe, waarbij de groei van de voorraad koophuizen het meest opviel, met een stijging van 52.000.
Een opvallende trend was dat vooral private verhuurders ervoor kozen om hun huurwoningen te verkopen in plaats van te verhuren. Hierbij werden 49.000 huizen van private huur naar de koopmarkt overgebracht, vergeleken met 38.000 woningen die de omgekeerde weg bewandelden. Woningcorporaties brachten uiteindelijk 3.600 huurwoningen op de koopmarkt.
Deze verschuivingen in eigendom resulteerden in een toename van 16.000 extra koopwoningen, terwijl dit een jaar eerder slechts tweeduizend waren. Hierdoor verdwenen er per saldo 14.000 woningen uit de huursector, waarvan het merendeel werd omgezet naar koopwoningen.
De sterke stijging van het aantal huurwoningen dat wordt omgezet naar koopwoningen is geen toevalligheid. Verschillende factoren zoals de gestegen hypotheekrente, hogere overdrachtsbelasting en aangekondigde wetgeving die huurverhogingen beperkt, spelen hierbij een rol.
Op 1 juli 2024 trad de Wet betaalbare huur in werking, waardoor verhuurders beperkt worden in het verhogen van de huurprijzen. Dit leidde tot veranderende overwegingen bij mensen, vooral in de private sector, waarbij een toenemend aantal huurhuizen werd verkocht.
Nederland telde aan het einde van het jaar 4,7 miljoen koophuizen van de in totaal 8,2 miljoen huizen. Nieuwbouw blijft de belangrijkste drijvende kracht achter nieuwe koopwoningen, maar de trend van stijgende verkoop van huurhuizen zal naar verwachting voortzetten in 2024.